De beloofde noordenwind komt inderdaad! We vertrekken na het ontbijt. Door de twee bruggen, en dan worden in de voorhaven het grootzeil en de bezaan gezet. Dat doen we altijd liever nog binnen de beschutting van de haven, als het enigszins kan, want buiten giert de getijstroom voor de havenmond langs en terwijl je daarmee bezig bent kun je even niet manoevreren of uitwijken voor andere scheepvaart. Zodra we buiten zijn rollen we de genua uit, en met vol tuig gaat het richting Kornwerderzand. Dat is maar een dik uurtje zeilen. Daar aangekomen moeten we eerst door de bruggen van de rijksweg, en daarna door de sluis. Het is er een chaos. Kennelijk lopen er dit weekend vakanties af en veel jachten zijn weer op weg naar het zuiden, profiterend van de gunstige wind. Nadat we door de bruggen zijn liggen we in ingeklemd tussen brug en sluis, en dat samen met misschien wel 200 andere jachten. Het is behoorlijk stressvol, en niemand komt op het idee om er voor jullie plaatjes van te schieten. Enfin, we komen er zonder schade doorheen, en al snel gaan de zeilen weer omhoog voor de pakweg 25 nautische mijl naar Enkhuizen. De wind is nog steeds noord, en aan de zwakke kant. We worden gevolgd door een prachtig gerenoveeerde Dufour 35 die we ook al in de haven van Harlingen zagen en waarvan de schipper bewonderende woorden over Heerenleed sprak. De Dufour zit ons op de hielen. We varen plat voor de wind, en uiteindelijk haalt de Dufour ons in. Dat zat er bij zo weinig wind ook wel in.
Na wat gehannes met de zeilen zetten we de boom in de fok, zodat we hem te loevert kunnen varen. Langzamerhand halen we de Dufour weer in, en we gaan hem vlak voor Enkhuizen triomfantelijk toch weer voorbij. De wind is – eerlijk is eerlijk – ook wat aangewakkerd, en dat is altijd in ons voordeel. Jammer genoeg blijkt bij het uitnemen van de boom de pen van de klauw te zijn verdwenen. We moeten eens kijken of we daar een reservepen voor kunnen kopen.
Enkuizen is echt een tussenstop, we doen er niet veel, maar Leo heeft ontzettend zin in vis, en we vinden een simpel vistentje waar we kibeling en schol eten. Erg lekker, en we gaan vroeg naar bed want het was een behoorlijk lange dag.
De volgende dag hebben we weer niet al te veel wind, maar wel noord, dus het is nu met een bakstagswind naar Marken, waar we een ligplaats krijgen bij WSV Het Y. Het weer houdt zich redelijk goed, geen zomer, maar ook – tijdelijk vrezen we – even geen herfst. We schrijven 11 augustus 2017.
Op zaterdag 12 augustus wordt Leo opgehaald. We maken er met Tiny een gezellige middag van. Zij kende Marken nog uit een tijd dat het met kranten was dichtgeplakt en genoot er zichtbaar van het nu ook door onze ogen te zien.
Na Leo’s vertrek hebben we een kleine week voordat de volgende gast zich aandient, Toos. We willen dolgraag naar Vlieland, hoewel het weer tot nu toe weinig stabiel is en we er een beetje zwaar hoofd in hebben. We plannen toch om Toos ergens in Friesland aan boord te nemen om in ieder geval met de mogelijkheid rekening te houden. Maar eerst gaan we naar Hoorn. Dat vereist nogal wat planning, want het Markermeer is door Rijkswaterstaat met al haar controlewoede totaal verziekt en zit vol met Fonteinkruid, gigantische velden waar jachten in vast komen te zitten, en de reddingsboten die ze eruit willen trekken trouwens ook. Ideeen om Brasem uit te zetten – dat zijn bodemwoelers en zorgen voor troebeler water waar het Fonteinkruid niet van houdt – stuiten op verzet van RWS want dat zou het evenwicht verstoren. Ze durven wel. Welk evenwicht? Gelukkig spreken we op Marken een zeilersechtpaar uit Hoorn, en ze zeggen ons welke de route is om buiten de wiervelden te blijven. Dat lukt, en na een mooie zeildag meren we in Hoorn af in de binnenhaven. Hier hebben we afgesproken met Reina en Hetty, die in de buurt aan het fietsen zijn en gezellig aan boord een glaasje komen drinken en ’s avonds blijven eten voordat ze naar hun volgende B&B fietsen.
Het wordt nu tijd om weer in Friesland te komen. We zeilen van Hoorn naar de sluis bij Enkhuizen en dan door naar Stavoren. We liggen graag buiten de sluis aan de gemeentesteiger. Heerlijk rustig – qua lawaai dan- en bovendien gratis. Voorzieningen zijn er natuurlijk niet, maar dat hindert niet. Als we aankomen is de wind een kleine zuid kracht 3. We liggen min of meer dwars op de inkomente golfjes, maar met onze 20 ton gewocht hebben we waar geen last van. Wel beloven ze meer wind die naar zuidwest en dan naar west draait, dus we zetten er wat lijnen bij maar ons achterlandvast is te kort naar onze zin. De volgende ochtend worden we gewekt door rukken aan de landvasten, niet fijn, maar we liggen nog vrij goed en we houden het wel in de gaten. Maar later op de dag trrekt de wind misselijk door en we liggen echt niet fijn. Harde rukken aan het achterlandvast, en dan even later, omdat het achterschip met een ruk naar de steiger getrokken wordt, een harde ruk aan het voorschip omdat de boeg er dan dus vanaf draait. Eigenlijk is het onhoudbaar zo, maar er ligt een motorboot in de weg en met zo’n harde wind kunnen we niet zodanig manoevreren dat we er veilig tussenuit kunnen. We houden lijnenwacht tot een uur of half vier in de morgen, van slapen komt echt niets want elke ruk gaat ons door merg en been. Uiteindelijk slapen we allebei toch een paar uurtjes en vroeg in de morgen is de wind tijdelijk wat minder en we kunnen weg. We vluchten meteen de sluis in en zoeken een betere ligplaats binnen. Door het niet al te goede weer is er ruimte zat. We melden ons verkassen aan Klaas en Petri van de Nicholson 35 Marianne, want die komen een dag of wat naar ons toe, om de laatste hand te leggen aan de organisatie van wat wij de ‘natte bijeenkomst’ van de Nicholsonkring noemen, die het eerste septemberweekend in Enkhuizen plaatsvindt. We kunnen heerlijk een dag luieren en bijkomen van de verloren nacht, maar schade hebben we gelukkig niet.
De volgende dag komen ze aan – vanuit Lelystad – met een dikke zuidwester. Ze zijn er al wat eerder dan we berekend hadden, maar we zijn net op tijd om ze binnen te zien komen in de sluis van Stavoren. Na aankomst gezellig aan de borrel, en we wisselen de wederwaardigheden uit van deze zomer. Bij het vertellen over de verdwenen pen uit de spinnakerboom zegt Klaas: die meten we wel even op. Ik maak wel een nieuwe. Top, want het alternatief lijkt een nieuwe spinnakerboom.
We brengen gezellig een paar dagen door. Maar dan moeten Klaas en Petri met wat sociale verplichtingen weer terug naar Lelystad. We zwaaien hen uit, ze reven het grootzeil en hebben een dikke tegenwind naar Enkhuizen. Daarna een iets gunstiger koers naar Lelystad.
Wij blijven in Stavoren, morgen komt Toos aan boord.
Vroeg me al af waar jullie zaten en nu zitten. Na 2 sept gekampeerd op de Veluwe en jullie nog zien dit jaar lijkt niet meer mogelijk. Volgend jaar dus beter doen. Wanneer gaat de boot op de Wal en vertrekken jullie naar het winter verblijf op Madeira? Graag tot ziens en groet Uit Alkmaar, Truus en Jelle
We hebben intussen alweer een hele ronde gedaan Jelle, en we liggen vandaag op Marken. We moeten even kijken hoe de komende dagen eruit zien, dan kunnen we missschien toch nog wat inbouwen.
Leuk om jullie verhaal weer te lezen en dat jullie afhankelijk zijn van de wind. Dit kun je niet organiseren, dat doet “”Moeder Natuur, gelukkig hebben jullie zoveel sociale contacten, die jullie ondersteunen. Dat moet jullie goed doen. Bovendien was het , buiten de storm, toch geen slechte zomer hier in Nederland. Lieve groetjes van ons
Het zuiden heeft belangrijk beter weer gehad dan het Noorden Mieke. Het hield hier maar niet op met hard waaien en regenen. In de volgende blogpost meer over slecht weer.